‘Is dat Russisch?’ Nee hoor. ‘Pools?’ Nope. ‘Bulgaars dan?’ Ook niet. Ik heb vaak genoeg ‘ja’ gezegd, trouwens, of zelf iets verzonnen. ‘Het komt van de Etrusken,’ zei ik bijvoorbeeld, ‘een cultuur uit de oudheid, in Italië. Etruske, Etruska, Truska.’ Zo mooi, ik ging het zelf bijna geloven.
Maar ik ben vernoemd naar Geertruida, mijn grootmoeder van moederskant die Truus werd genoemd. Sommigen zeggen ‘Truuska’, of ‘Troeska’, maar het is een ‘u’ als in mus en kus. Mijn collega’s van Het Parool bescheurden zich lang geleden in de kantine aan de Wibautstraat toen een van de kantinedames in onvervalst Amsterdams door de luidsprekers schalde: ‘Er is telefoon voor Truus [korte stilte] Kabast.’ Heel. Erg. Grappig.
Ik belandde bij Het Parool na mijn studie Nederlands aan de UvA en de Postacademische Dagblad Opleiding Journalistiek (PDOJ) in Rotterdam. Als stadsverslaggever doorkruiste ik de hele stad en op de redactie leerde ik schrijven. Uiteindelijk koos ik voor het freelance-bestaan en schreef onder meer voor Het Parool, De Groene Amsterdammer, Opzij, Linda, de VPRO Gids, de Vara Gids en Zin.
In 2010 verscheen mijn eerste boek bij Nieuw Amsterdam, En zij die na ons komen, waarin ik aan de hand van drie families beschrijf hoe het leven in Nederland in honderd jaar is veranderd. Bij Querido verscheen een paar jaar later Uw wil geschiede. Oud-leerlingen vertellen in dat boek over hun tijd op een katholieke kostschool, voor sommigen een inktzwarte periode. De verhalen laten zien hoe geraffineerd het totalitaire systeem van die scholen in elkaar zat. En hoe leerlingen ondanks alles manieren vonden om als individu overeind te blijven.
Daarnaast werk ik als eindredacteur voor Kind en Adolescent Praktijk, een vakblad voor kinder- en jeugdpsychologie en -psychiatrie en pedagogie, en als tekstschrijver voor uiteenlopende opdrachtgevers. Komend najaar verschijnt bij Querido mijn boek Het souterrain van Mance Post over het leven van kinderboekenillustrator Mance Post (1925-2013), een eigenzinnige vrouw die vooral bekend is geworden door haar tekeningen voor Guus Kuijer en Toon Tellegen, maar zoveel meer heeft gedaan.
Net als ik had ze een beetje een rare naam. Is het mannelijk, vrouwelijk? Zeg je het licht-Frans, als in romance, of gewoon ‘Mans’? Zelf zei ze ‘Mans’. Uniek is het in elk geval. Of, zoals ze als verklaring gaf voor het feit dat haar leerlingen haar met haar voornaam aanspraken en alle andere docenten met hun achternaam: ‘Mance’ was zoiets als ‘akela’, een categorie op zich. Om eraan toe te voegen: “Als ik Truus heette was dat niet gebeurd, maar Mance kon wel.”
Juni 2022